Kasteel Hoensbroek

 Kasteel Hoensbroek


of Gebrookhoes (Kasteel Gebrook) is een van de grootste kastelen van Nederland. Het oudste gedeelte van het kasteel, met name de hoge ronde toren, dateert van rond 1360, toen Herman Hoen het verbouwde. In 1225 was er in dit moeras (of gebrook) al een voorloper, een zogeheten motte-burcht. In 1250 werd op de plaats van het huidige kasteel een versterkt huis gebouwd. Vanwege zijn voor Limburg zeer strategische ligging aan de belangrijke handelsroutes naar Maastricht, Aken en Keulen werd het kasteel in opeenvolgende fasen uitgebouwd tot de grootste burcht tussen Maas en Rijn. Het bevat 67 zalen, vertrekken en ruimtes.

Stichter en bewoners[bewerken] De eerste heer van Hoensbroek was ridder Herman Hoen, naamgever van het kasteel (Herhoensbroeck), van de familie Hoen van den Broeck, later Hoen van Hoensbroeck en Van Hoensbroeck, en uiteindelijk ook van de latere plaats Hoensbroek. Herman werd vanwege zijn hulp in de strijd tegen Gulik en Gelre in 1388 door hertogin Johanna van Brabant beloond met de heerlijkheid Gebrook, Gebroek, Ingenbrouck (Broek, 'moeras'), dat van het grondgebied van Heerlen werd afgescheiden.