Volendam

 Volendam


heette oorspronkelijk Folle(n)dam. Oorspronkelijk kwam hier de IJe of E, waaraan de plaats Edam lag, in de Zuiderzee. In 1357 groeven de Edammers een kortere verbinding tussen het Purmermeer en de Zuiderzee. Daarna werd voor de oude haven van Edam een dam aangelegd en de oude haven werd dichtgemaakt; vandaar Follendam. Zo kreeg Edam een nieuwe haven, het Oorgat. Al snel vestigden zich hier boeren en vissers. Ook bleven sommige grondwerkers na de beëindiging van het graafwerk achter in het nieuwe ontstane dorp.

Het wapen van Volendam is ouder dan vele mensen in eerste instantie dachten. Het dorp voert al enkele honderden jaren het wapen met daarin een zwart veulen met een botje onder de linker voorbeen. Echter waar het wapen van Edam door middel van drie mythes verklaard kan worden, is er voor Volendam één mythe. Het verhaal gaat dat er ieder avond een veulen bij het overwegend agrarische dorp uit de Zuiderzee gelopen kwam en een botje meenam. Er waren elke avond een paar meisjes die het botje van het veulen afpakten en hem daarvoor een mandje met gras en kruiden gaven. Op een avond nam het veulen niet het mandje mee, maar een van de meisjes. Dit meisje heette Lijsje. Volgens het verhaal blijven de Volendammers net zolang zoeken totdat ze het meisje weer gevonden hebben. Sindsdien is de Volendammergemeenschap geen boerengemeenschap meer, maar een vissersgemeenschap. Het veulen in het wapen staat dan ook voor het agrarische karakter van het dorp en het botje voor de visserij.